CAW Inzicht 2016/2
Hoe zal het zijn in de zomer wanneer de boeren in de verte oogsten? Wanneer de zon op de containers brandt? Wanneer de kinderen vrij van school zijn?
Zal er licht ‘op het erf’ schijnen? Zullen klein en groot met water spelen? Zal er iets dat op een glimlach lijkt op hun gezichten verschijnen? Zullen de kleurige doeken van de vrouwen buiten mogen drogen? Krijgen ze misschien voor één keer watermeloen?
Zullen ze een trip naar zee mogen maken? Worden ze daar dan welkom geheten? Of worden ze verjaagd van het strand? En wordt dan naast hen een bordje in het zand geduwd ‘niet voederen aub’. Alsof het vogels zijn, vluchtelingen.
Laat ons hopen dat wanneer de zon op hoog staat en wanneer de dagen het langst, dat ze dan weten waar ze aan toe zijn. Dat de lange weg hier naartoe niet voor niets is geweest. Dat ze een nieuwe start kunnen maken, een nieuwe plek vinden, een huis en tijd vinden om datgene wat achter hen ligt, de gruwel, een beetje plaats te kunnen geven in hoofd en hart.
Laat ons hopen dat hun kinderen wanneer de herfst daar is tussen de vele andere kinderen met natte regenjassen en zware boekentassen op de bus zullen zitten. Richting thuis.
Laat ons hopen dat ze net als wij – ondertussen – tijdens de zwoele zomeravonden de barbecue kunnen aansteken, of er door iemand van de straat worden voor uitgenodigd.
Voorlopig houden we het op vele barbecues. Voorlopig want wij, wij gaan op reis. Natuurlijk.
Wij zijn vrije vogels, vliegen met of zonder visum naar waar we maar willen.
Onze bestemming voor deze zomer is nog onduidelijk, maar één ding staat wel vast: Syrië, Somalië, Irak of Libanon zal het zeker niet zijn.
Om deze video te kunnen bekijken, heb je een moderne browser nodig.