Getuigenis

De ander ontdekken door hem tegemoet te treden

Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg, dat was het idee achter de grondige hervorming van de psychiatrie in Vlaanderen in 2011, het zogenaamde artikel 107 van de ziekenhuiswet. Het aantal psychiatrische bedden in ziekenhuizen werd afgebouwd, ten voordele van alternatieve en ambulante vormen van zorg.

Hiertoe werd in de regio Leuven-Tervuren het Mobiel Team opgestart. Psychiatrische patiënten werden thuis begeleid, in hun eigen omgeving, om opname te voorkomen. Maar algauw bleek dat een groot deel van dat ‘doelpubliek’ niet eens een eigen huis had, maar op straat leefde.

 

Daarom werd in 2012 een daklozenproject opgestart met de steun van de Koning Boudewijnstichting, het zogeheten ‘project aanklampende zorg voor dak- of thuislozen met een psychiatrische en/of verslavingsproblematiek’. Dit project leidt mensen toe tot gepaste zorg en motiveert hen om deze te aanvaarden. Het project is nog steeds actueel. Het steunt op een volgehouden, assertieve en geduldige aanpak van de outreach medewerkers, en op een intensieve samenwerking tussen alle betrokken diensten in welzijnszorg én gezondheidszorg.

Martine Naets is een van de vaste medewerkers in dit project.

Ontdek de ander…

Dat vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg maar werkt als die maatschappij leert omgaan met kwetsbaarheid en onvolmaaktheid van mensen, lijkt logisch. Maar dat je een ander maar leert begrijpen en respecteren als je hem tegemoet treedt, in zijn tijd en ruimte, in zijn logica leert denken en begrip toont voor zijn noden, dat zijn we niet meer gewoon in onze prestatiegerichte maatschappij.

Daarom was een outreachende en aanklampende aanpak zo belangrijk in die hervorming van de geestelijke gezondheidszorg.

Het verhaal van Richard

Hij was net 60 jaar geworden. 10 jaar geleden nog gehuwd, succesvolle zelfstandige, nu leefde hij op straat, verslaafd aan alcohol en drugs. Sliep af en toe op een bank, zocht soms wat warmte in een kraakpand, wist als de beste in welke vuilnisbakken in Leuven de lekkerste broodjes te vinden waren.

Via het OCMW kwam ik hem op het spoor, op een bankje op het Ladeuzeplein in Leuven. Ik heb er uren met hem zitten babbelen, later in Café Vandevelde bij een koffie. Tijd was hier niet aan de orde, aanwezigheid en vertrouwen des te meer.

Waar kon ik hem mee helpen, vroeg ik.
Ik wil gewoon ergens wonen, zei hij.

Een studio

Ik ging op zoek, schreef hem in bij het Sociaal verhuurkantoor. Maar toen we vorige winter eindelijk een studio voor hem gevonden hadden, kwam hij niet opdagen. Hij was in slaap gevallen in het park. Ik was ontgoocheld, ja, maar ik hield hem vast. In april tekende hij uiteindelijk zijn huurcontract.

De eerste maanden leefde hij er als dakloze, met alle gevolgen van dien. Conflicten met de buren en overlast. Ondertussen bleef ik hem ontmoeten, ook bij hem thuis. Ik was elke keer blij dat hij me wou ontvangen, zijn deur voor me opendeed. We hadden respect voor elkaar, geduld met elkaar, we waren graag bij elkaar.

De klik

En plots kwam die klik en van de een op de andere dag stopte hij met drinken. Het gaat nu goed met Richard. Hij probeert de draad weer op te pakken. Ik ga er nog elke week een middag mijn boterhammen opeten. Dat is voor mij zo waardevol.

Ik heb in al die jaren heel wat daklozen kunnen helpen. Ook al moet je soms rekening houden met hervallen en eindigen sommigen toch opnieuw op straat. Toch is nog geen enkele blijven volharden in zijn oorspronkelijke afwijzing van onze hulp.

Als vermaatschappelijking dit soort vermenselijking van de zorg betekent, dan wil ik er zo nog vele jaren voor gaan.