"Waar moeten daklozen de hele dag heen?"

Bron: 30 maart 2020, Peter Vantyghem, De Standaard

Jef Cantineau (46) uit Gent coördineert bij CAW Oost-Vlaanderen de nachtopvang voor daklozen.

“Voor de daklozen wordt deze situatie met de dag extremer. Sowieso zijn zij het gewoon om er niet bij te horen, maar dat gevoel wordt vandaag geaccentueerd door de voorzorgsmaatregelen. Na de nachtopvang komen de daklozen buiten, en dolen ze een hele dag. Ze kunnen niet op een bank zitten, niet in het station gaan schuilen, mogen ook niet samenhokken.”

“Veel bekende cliënten zien we minder, misschien omdat er nu veel panden gekraakt worden. Maar we krijgen veel nieuwe mensen, die echt geen andere hulp meer vinden en zorg nodig hebben. Ze hebben vaak geen belwaarde op hun teelfoon of geen wifi. Ze waren altijd al eenzaam, maar nu nog veel meer, omdat heel hun hulpverlening is weggevallen. Weet u, die mensen kunnen normaliter nog naar de etalages van winkels kijken, of eens een paar uur in een bibliotheek gaan zitten, of bedelen, maar dat is ook weg”.

“Ik denk dat veel afkickcentra dicht zijn, alcoholisme stijgt duidelijk. Er komen meer vrouwen aankloppen: vaak zijn die buitengezet of mishandeld. We kennen hun verhaal niet. We zien ook meer jonge mensen en we zijn bezorgd dat ze overdag in verkeerde handen zullen vallen. Er is meer agressie, want iedereen reageert op een andere manier op deze situatie. Het is soms heel rauw.”.

“De meeste van die mensen zijn heel dankbaar en geduldig wanneer ze moeten aanschuiven. Maar wanneer ze ’s ochtends wegmoeten, vragen ze of niet mogen blijven… Waar moeten ze de hele dag immers heen? Daklozen hebben hun fierheid. normaal merk je die mensen vaak niet op, maar nu zijn ze heel zichtbaar”.

“Voor ons, de nachtopvang, is het lastiger. We werken met mondmaskers, houden afstand, moeten alles sneller afhandelen. We kunnen niet de goede zorg aanbieden die we normaal geven. Soms heb ik een benauwd gevoel, want ik loop ook een risico. Dat neem je als alleenstaande mama mee naar huis, waar je familie wacht die je ook wil beschermen. Maar we kunnen die mensen niet in de kou laten. Ik wil het blijven doen, tot deze crisis gedaan is. Hier wordt soms een traantje weggepinkt, hoor. We kunnen ons niet altijd wapenen tegen de trieste verhalen en de zwaarte ervan. Het is soms echt heftig.”