Omgaan met papieren en centen
Papierwerk kan lastig en onduidelijk zijn. Het is soms moeilijk om te weten wat nu weer wel en niet mag, wat je rechten en mogelijkheden zijn. We bieden je hieronder al enkele antwoorden.
-
Je hebt recht op een leefloon als je inkomen onvoldoende is en als je niet in staat bent die toestand te veranderen. Als je inkomen lager is dan het leefloon, kan je vragen om het verschil bij te passen zodat je inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
Alleen als je meerderjarig bent, kan je aanspraak maken op een leefloon. Je kan dit navragen bij de sociale dienst van het OCMW van je gemeente. Het JAC kan je helpen om je voor te bereiden op dit gesprek. Wat neem je mee? Wat zullen ze je vragen? Na onderzoek krijg je het leefloon van het OCMW al dan niet toegekend.
Ben je nog minderjarig? Dan kom je niet in aanmerking voor een leefloon.
-
Als je aan de slag gaat aan jobstudent, moet je erop letten dat je een aantal wettelijke grenzen niet overschrijdt.
- Je hebt 600 uur per jaar waarin je mag werken tegen verminderde sociale bijdragen.
- Je mag niet meer dan 240 uur per kwartaal werken (behalve in de zomer), anders verlies je je kinderbijslag.
- Als je te veel verdient, is het mogelijk dat:
- je zelf belastingen moet betalen;
- je ouders meer belastingen moeten betalen omdat je niet meer “ten laste” bent van hen
Meer info over werken als jobstudent vind je op volgende websites:
-
Elke begeleiding is gratis. Enkel voor opvang betaal je verblijfskosten. De begeleiding daar is ook gratis.
-
Je kunt als jobstudent aan de slag zodra je:
- 16 jaar oud bent;
- 15 jaar oud bent én de eerste twee studiejaren van het middelbaar onderwijs hebt gevolgd.
Als je deeltijds naar school gaat, kun je alleen als jobstudent werken als je:
- niet werkt met een deeltijdse arbeids- of stageovereenkomst;
- geen leertijd doormaakt met een leercontract;
- geen overbruggingsuitkeringen ontvangt (werkloosheidsverzekering);
- alleen tijdens de schoolvakanties werkt.
Meer info over werken als jobstudent vind je op volgende websites:
-
Als je na je studies niet onmiddellijk een job vindt, ontvang je nog niet direct een werkloosheidsuitkering. Voor het zover is, moet je een wachttijd doorlopen. De wachtuitkeringen en de wachttijd heten “inschakelingsuitkeringen” en “beroepsinschakelingstijd”.
Vooraleer je een inschakelingsuitkering ontvangt (vroeger: wachtuitkering), moet je een beroepsinschakelingstijd doorlopen (vroeger: wachttijd). De duur van die beroepsinschakelingstijd is afhankelijk van je leeftijd op het moment dat je een uitkering aanvraagt. Dus na het aflopen van de beroepsinschakelingstijd. Die duurt voor iedereen 310 dagen. Je wachttijd gaat in vanaf het moment dat je je ingeschreven hebt bij de VDAB of Actiris. Belangrijk dus om je zo snel mogelijk in te schrijven.
Op de website van de RVA kan je berekenen hoeveel dagen je nog te gaan hebt.
-
In de video ‘Collectieve schuldenregeling: wat is het en hoe gaat het in zijn werk?’ wordt specifiek ingegaan op de procedure van de collectieve schuldenregeling
-
In de video ‘Hoe behoud ik overzicht over mijn inkomsten en uitgaven’ worden enkele basistips gegeven voor een beter beheer van je financiën.
-
De video ‘Waar kan ik terecht voor hulp bij het beheren van mijn budget?’ besteedt aandacht aan de verschillende vormen van begeleiding waarop je een beroep kan doen als je financiële problemen hebt.
-
Ja! In de ‘WAKOSTA ?!’ app geef je alle inkomsten en uitgaven in en de app berekent wat je elke week of maand over hebt. Dit is het geld dat je zonder zorgen kan spenderen.
De app is beschikbaar in de Play Store (android) en App Store (IOS).