Leen voelde zich ontzettend eenzaam

Als je huis geen plek is waar je je thuis voelt, dan is er meer aan de hand. Leen vond bij haar ouders geen rust en ook op school was ze een doelwit van pestkoppen. Tot ze de moed had om via een leerlingenbegeleider haar verhaal te doen bij het JAC: “Ik sprak sinds lang voor het eerst niet meer tegen de muren, maar tegen een persoon.”

“Bij iemand terecht kunnen is zoveel waard”

“Thuis spraken we niet veel met elkaar”, vertelt Leen. “Mijn ouders werkten tot laat en samen eten gebeurde eigenlijk nooit. Mijn zus trok zich vaak terug in haar kamer en omdat we zo naast elkaar leefden, was er al snel spanning in huis. Eerst dacht ik dat mijn thuissituatie normaal was. Nadat ik er met iemand over sprak, besefte ik dat het ook anders kon. Een vriendin vertelde me dat ze dagelijks met haar ouders at en naar school werd gebracht. “Ik moest echter al op jonge leeftijd zelfstandig naar school gaan.”

Eenzaam

“Ik voelde me bijna alle dagen ontzettend eenzaam. Mijn ouders woonden vier dagen per week in Oostende, inclusief weekends”, vertelt Leen. “Ze waren dus maar drie dagen thuis. De eerste persoon die ik dagelijks sprak was mijn leerkracht. Het was niet leuk om alleen te ontbijten, want ook op school was ik alleen.” Op school werd Leen gepest waardoor ze zich altijd een buitenbeentje voelde:  “Ik heb dyslexie en ADHD, ik droeg niet de juiste kleren, of had niet het meest hippe speelgoed. Dan leek ik weer te hard op een jongen en was mijn uiterlijk niet goed genoeg. Pestkoppen vinden altijd wel een reden. Ik wilde me niet laten doen en ben tot het zesde leerjaar op die school gebleven.”

Toen Leen naar het middelbaar ging, hielden de pesterijen niet op: “Ik ging speciaal naar een school in Gent waar ik niemand kende. Toch werd ik ook daar gepest door een ander meisje. Ik ben toen veranderd van school, maar deze keer voor mijn studierichting. Helaas herbegonnen de pesterijen ook daar en ik weet nog steeds niet waarom.”

Gamen en drinken

De eenzaamheid verdween op het moment dat Leen thuiskwam en achter haar computer kroop. “Thuiskomen en gamen was voor mij het hoogtepunt van de dag. Daar had ik vrienden. Ik gamede tot middernacht en deed niets voor school. Het was voor mij de ideale afleiding om me niet alleen te voelen. Ook vond ik mijn afleiding in alcohol. Ik begon te drinken want ik kon moeilijk inslapen. Op de momenten dat ik me niet goed voelde, begon ik te eten of mezelf pijn te doen. Vandaag denk ik dat ik die dingen deed om de aandacht van mijn ouders te trekken. Ik had hen nodig, maar toch deed ik alles achter hun rug. Het was mijn geheim dat ik me door zo’n ellendig gevoel verloor in drank, zelfverminking en eetaanvallen.”

Leerlingenbegeleider

De leerlingenbegeleiding op school bouwde voor Leen een eerste brug naar hulp. “Op de middelbare school ben ik voor iemand iets gaan vragen aan de leerlingenbegeleiding. Ondanks dat ik had geleerd nooit over mijn thuissituatie te praten, ben ik daar ingestort en heb ik heel mijn verhaal gedaan. Ik voelde me toen zo slecht door de pesterijen, mijn gebrek aan liefde thuis en mijn schooltraject dat niet heel erg vlot verliep. Dat zorgde voor een mentale crash. Het deed zo deugd om eindelijk een luisterend oor te krijgen op een moment dat ik me zo onzichtbaar voelde. Sindsdien ging ik elke maandag met mijn begeleider praten tot ze me in contact bracht met het JAC omdat zij zelf geopereerd moest worden.”

JAC

“Het JAC binnenstappen was moeilijk. Doordat mijn kunstacademie ernaast ligt en ik er dus wekelijks passeerde, verlaagde dit de drempel. Uiteindelijk ging ik zonder dat mijn ouders daarvan op de hoogte waren.” Op dat moment ontmoette Leen begeleidster Kendy voor het eerst. “Omdat ze direct voor de kunstacademie naar hier kwam, was het voor haar ouders minder zichtbaar dat ze hulp zocht bij ons”, zegt Kendy. “De begeleiders van het JAC in regio Halle-Vilvoorde gaan ook op verplaatsing als ouders het niet mogen weten”, gaat ze verder. “Zo voeren we ook gesprekken op school, thuis of wandelen we met jongeren.”

“Het klikte snel met Kendy”, gaat Leen verder. “Het JAC ving me op als het niet meer ging. Hier kon ik altijd terecht voor een gesprek. Dat was iets wat ik thuis niet kon, maar waar ik wel nood aan had.”

Kendy gaf me advies en liet me onbewust de juiste keuzes maken voor mezelf.

Samen ontdekten ze dat haar zelfbeeld niet goed zat en zijn ze daaraan beginnen werken. “We proberen jongeren weerbaar te maken”, vertelt Kendy. “Zo bieden we de ‘Rots en Watertraining’ aan om jongeren opnieuw zelfvertrouwen te geven. Ze leren zichzelf weer te aanvaarden en via assertiviteitstraining ‘stop’ te zeggen tegen pestkoppen. Ook proberen we ouders en scholen te betrekken bij pestsituaties. Jongeren hebben dat niet graag omdat ze angstig zijn over hoe pestkoppen daarop zullen reageren. Dat vraagt tijd en vertrouwen.” Na enkele gesprekken durfde Leen ook met Kendy de stap te zetten naar het CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg) voor verdere en meer gespecialiseerde psychologische begeleiding. “Dat heeft me ontzettend vooruit geholpen”, vertelt Leen.

Praat erover

“Dankzij het JAC weet ik dat praten over je problemen heel veel helpt. Ik heb me nooit zwak willen opstellen voor iemand anders omdat ik bang was gekwetst te worden, maar deze mensen zijn er voor je. Al heb ik soms nog heel donkere momenten. Dankzij Kendy weet ik dat ik daarvoor mag bellen of mailen naar Tele-Onthaal (gratis en anoniem via het nummer 106, n.v.d.r.) of de Zelfmoordlijn (gratis en anoniem via het nummer 1813, n.v.d.r.). Daarnaast zocht ik afleiding in het schrijven, tekenen of gitaar spelen om mijn gedachten te verzetten. Dankzij het JAC ben ik mezelf weer beginnen waarderen, heb ik vrienden en studeer ik Sociaal Werk aan de hogeschool. De toekomst geeft me sinds lang weer vertrouwen en nu weet ik zeker dat ik altijd ergens terechtkan.”