Ik heb geleerd dat vrouwen op alle terreinen solidair moéten zijn.

25 november, de internationale dag tegen geweld op vrouwen. U zal het horen op de radio, lezen in de krant en voorbij zien floepen op social media. 25 november is een dag die in ons CAW niet zomaar passeert. Meer nog, geweld op vrouwen is een thema dat elke dag op onze agenda staat. Al zeker in ons vluchthuis.

Afgelopen zomer ging collega Kristien op pensioen. Het verhaal dat zij vertelde in haar afscheidsspeech kwam bij velen van ons recht in het hart aan. En dus willen we u dat niet onthouden.

38 jaar laat zich niet zomaar vatten in 10 minuten. 38 jaar waarin het vluchthuis mij heeft gedreven en bewogen, mij heeft gevoed en leeggezogen, heeft laten dromen en doen thuis komen. Mij mede heeft gemaakt tot wie ik ben…

38 jaar met kleine en grote stormen, van een feministisch experiment tot een stevig onderdeel van het CAW.

Van vrijwillige schenkingen tot stabiele subsidies en jammer genoeg de laatste jaren stevige besparingen.

Strijdbare jaren

Het begon allemaal in januari 1984, een periode van werkloosheid en voor mij een keerpunt in mijn leven. Ik ging van start als vrijwilligster in het vluchthuis. Niemand had mij gedwongen, ik ging er uit vrije wil omwille van mijn verontwaardiging over onrecht en het feit dat geweld tegen vrouwen mij diep raakte.

Dat ik door vrijwillig in het vluchthuis te werken niet elke dag in een lange rij moest gaan aanschuiven om de dagelijkse stempel van ‘den dop’ te krijgen was mooi meegenomen.

Het waren strijdbare jaren met betogingen voor werk, voor het recht op abortus, voor Baas in eigen Buik, voor ontwapening, tegen extreemrechts, tegen de plaatsing van kernwapens én…. tegen alle heisa over het feit dat de paus naar Leuven zou komen. Honderden affiches werden in de stad verspreid ‘HIJ KOMT!’

De paus als vertegenwoordiger van de Katholieke Kerk met haar strijd tegen anticonceptie, haar veto tegen abortus en haar expliciete afwijzing van holebi’s. Dat konden we (‘Vrouwen Tegen Militarisme’) niet ongemerkt voorbij laten gaan.

‘ZIJ KOMT!’, spoten wij op de Leuvense muren als protest en persiflage. Dat Jeanneke (die ook in het vluchthuis heeft gewerkt) en ikzelf de ochtend erop uit ons bed werden gelicht en een maand in voorarrest belandden in de vrouwengevangenis van Vorst, was niet wat we voor ogen hadden. We ondervonden toen wel wat de solidariteit van zoveel vrouwen die ons steunden via betogingen, petities en persaandacht betekent als je zelf in een kwetsbare positie zit.

Die ervaring heeft mij gesterkt in mijn overtuiging dat vrouwen op alle terreinen solidair moéten zijn.

Hier werd een vrouw verkracht

Ik herinner me ook nog dat we in die jaren de slogan, ´Hier werd een vrouw verkracht‘ gingen spuiten in Leuven op die plaatsen waar een vrouw was verkracht.

Er waren veel plaatsen.

Er zijn nu nog veel plaatsen.

Het treft me dat ook nu nog, in Gent bijvoorbeeld, vrouwen op diezelfde wijze de plaatsen markeren waar vrouwen worden lastiggevallen, aangerand en verkracht. Niets nieuws onder de zon.

Waarschijnlijk vond je ons in die tijd evenveel op straat in Leuven of Brussel als in het vluchthuis zelf. Onze acties tegen elke vorm van maatschappelijke discriminatie waren een even belangrijk deel van onze missie en opdracht als de opvang van en de zorg voor vrouwen die slachtoffer waren van partnergeweld. Het vluchthuis droeg die missie met verve uit.

Maar er was natuurlijk wel dat essentiële werk van het vluchthuis.

Op zich niet echt veranderd maar toch steeds in evolutie.

In 1992 werd het vluchthuis erkend. Fusies volgden elkaar op: eerst De Vesten, dan CAW Regio Leuven en ten slotte CAW Oost-Brabant.

Een veilige plek

In mijn beginjaren werkte ik halftijds als begeleidster van de bewoonsters en halftijds in de kinderwerking. Vluchthuis Leuven had van dag 1 ervoor gekozen om kinderen een veilige plek te geven, hen voor vol te aanzien en een echte kinderwerking uit te bouwen.

Met hen praten, spelen en op kamp gaan. Naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding, kindervergadering. Hun afwezige papa aanwezig maken. De kindreflex bestond al in het vluchthuis nog voor die term was uitgevonden.

Na enkele jaren werkte ik voltijds als begeleidster van onze bewoonsters.

Zij deelden en delen met ons hun pijn, trauma´s, lief en leed. Ik heb in mijn gesprekken met hen onnoemelijk veel leed gehoord. Hun getuigenissen over fysiek, psychisch en seksueel geweld, hoe hun lichaam en ziel werd gebroken. Het went niet.

Soms dacht ik dat ik alle gruwel had gehoord. De realiteit overtreft inderdaad soms de fictie.

In het blauwe boek van het vluchthuis staan mooie verhalen, echtgebeurde verhalen en in bijna alle talen. In dit blauwe boek beschrijven vrouwen bij hun afscheid hoe zij hun verblijf in het vluchthuis beleefd hebben. Bijna allemaal zeggen zij dat het leven in groep heel moeilijk is, maar dat zij blij zijn dat die groep er was. Want er was altijd iemand met wie je kon praten en die je echt begreep. En verdorie ook altijd iemand die je een spiegel voorhield.

Het groepswerk is ondeelbaar verbonden met het vluchthuis. Het is een effectief bindmiddel, over alle culturen en alle conflicten heen. Want onbekend is onbemind.

Het werk in het vluchthuis kruipt in je kleren en je neemt het soms mee naar huis. Ik toch. En je ligt er soms van wakker. Als hulpverleensters staan wij aan de zijlijn en hopen we dat de bewoonsters stapje voor stapje hun zelfvertrouwen en eigen kracht terugvinden. Vanaf die zijlijn zie je sommigen ineens een heel andere weg inslaan en daar sta je dan verbaasd te kijken.

Dat een vrouw voor het eerst in haar leven eindelijk een rekening op eigen naam opent geeft mij nog steeds veel vreugde. Dat ze erin slaagt een nieuw leven op te bouwen stemt me hoopvol.

Vrouwenrechten blijven kwetsbaar

Vrouwenrechten werden vaak moeizaam, met veel strijd en tijd verworven. Maar vrouwenrechten blijven kwetsbaar.

Zie hoe het recht op abortus in Amerika afgevoerd werd. Zie hoe de vrouwen van de #Metoo-beweging door de goegemeente aandachtshoeren genoemd worden.

Hoe feminisme nog steeds/opnieuw/weeral een scheldwoord is. Hoe holebi’s dagelijks worden belaagd, hoe traag taalseksime uit ons systeem verwijderd geraakt. De lijst is eindeloos…

Het houdt me bezig en het zal me blijven bezighouden, zowel de structurele problemen als het concrete leed van de honderden vrouwen die ik nabij ben geweest in het vluchthuis als hulpverleenster.

Ik heb er veel geleerd en mogen ondervinden dat diep luisteren zonder oordeel en warm medeleven meer teweegbrengt dan honderd adviezen.

Ik heb leren aanvaarden dat we soms enkel machteloos kunnen toezien als een situatie voor een vrouw anders loopt dan we hadden gehoopt.

En ik kreeg veel lessen in bescheidenheid. Het gelijk aan je kant hebben streelt het ego, je ongelijk inzien en kunnen toegeven voedt je ziel.

Ten slotte. Ik heb ook mogen ervaren dat de belangrijkste hefboom om gelukkig te zijn op mijn werk de band is met de collega’s en ik besef ten volle dat ik hier met mijn gat in de boter ben gevallen. Dus ik dank de collega’s uit de grond van mijn hart. Ik zal ze missen.

Kristien