Getuigenis

Informatie geven, hen wegwijs maken. Het zijn vaak de kleine dingen waar ze veel aan hebben

Voor wie zijn land moet ontvluchten, staat de mentale gezondheid en het psychisch welbevinden vaak enorm onder druk. CAW biedt een luisterend oor en een helpende hand. We zijn er voor vluchtelingen uit Oekraïne, maar ook voor hun gastgezinnen, voor vrijwilligers en professionele doorverwijzers.

Sinds de start van de oorlog, begin dit jaar, begeleidden we al meer dan 2500 mensen, zowel vluchtelingen uit Oekraïne als gastgezinnen.

We bieden laagdrempelige en proactieve hulp. We maken hen wegwijs in onze samenleving, leggen uit bij welke sociale instanties ze terechtkunnen en geven praktische tips.  Maar we geven ook psychologische begeleiding bij rouw en trauma of bij problemen die opduiken bij het samenleven met gastgezinnen.

Hoe gaat dat dan precies in zijn werk? Wat kan het CAW betekenen als je plots je land moet achterlaten?  Valeriia en Jane doen hun verhaal.

Valeriia ontvluchtte Oekraine samen met haar zoon van 8, Jane werkt als hulpverlener in een CAW huis van CAW Antwerpen en richt zich specifiek op Oekraïense vluchtelingen.

Valeriia werkte in Oekraïne bij een bouwbedrijf. In bijberoep was ze kinesist in een kinderziekenhuis. In België volgt ze wekelijks een uurtje Nederlandse les. Ze begrijpt al heel wat, maar een gesprek voeren in het Nederlands lukt nog niet. Jane verhuisde twintig jaar geleden van Oekraïne naar België en spreekt vloeiend Nederlands, Oekraïens en Russisch. Zij is de tolk tijdens dit interview. Valeriia gaat meteen van start: “Allereerst wil ik graag in naam van alle Oekraïeners iedereen en in het bijzonder CAW bedanken voor de geboden hulp.”

Hoe kwam je in België terecht?

Valeriia: “Eind maart ontvluchtte ik met mijn zoon ons thuisland. Zoals veel landgenoten stak ik de grens met Polen over. Meteen werd duidelijk dat er in Polen geen plek meer vrij was. Ik was bang dat mijn zoon en ik nergens zouden kunnen verblijven. Toen zag ik op de muur een lijst met drie telefoonnummers. Een Belgisch nummer, een Zwitsers nummer en een Zweeds nummer. Het Belgische nummer stond vanboven, dus dat belde ik. Eerst nam niemand op, maar twee uur later werd ik opgebeld. Aan de lijn hing Walter, die humanitaire hulp naar Polen bracht en die had besloten een gezin Oekraïense vluchtelingen mee te nemen naar Zoersel en tijdelijk onderdak te bieden.”

“Dankzij de informatie die we bij CAW krijgen, zijn we minder bloot in deze samenleving.”

Hoe leerde je het CAW kennen?

Valeriia: “Nadat ik me registreerde in Brussel en het statuut van tijdelijk ontheemde kreeg, ging ik langs het OCMW. Zij verwezen me door naar het CAW om zaken zoals bijvoorbeeld het medisch dossier in orde te helpen brengen.”

Wat betekent het CAW voor jou?

Valeriia: “CAW beschermt me. We zijn hier aangekomen zonder enige kennis van de wetgeving of de realiteit van dit land. Het voelt alsof we helemaal bloot zijn. Dankzij de informatie die we bij CAW krijgen, voel ik mij minder bloot in deze samenleving. Ik heb CAW bijvoorbeeld veel vragen gesteld over mijn kind. Of ik recht heb op kindergeld en hoe ik dat moet verkrijgen. CAW vertelde me over het Groeipakket.”

Hoe is het met je zoon?

Valeriia: [wordt emotioneel] “Onze woonplaats in Oekraïne werd beschoten en gebombardeerd. Toen we net waren aangekomen in België, sliep mijn zoon heel slecht. De eerste weken was hij ‘s nachts vaak onrustig en werd hij soms roepend wakker. Ik probeer hem zo veel mogelijk tussen vredevolle mensen te zetten. Ondertussen gaat het beter met hem. Hij gaat naar de basisschool in de buurt en tijdens de zomervakantie zat hij elke dag op taalkamp. Hij leert sneller bij dan z’n mama [lacht].”

Hoe ziet jullie toekomst eruit?

Valeriia: “Momenteel ben ik nog te bang om terug te keren. Na alles wat er gebeurd is… Mentaal ben ik hier, vooral voor m’n zoon, en wil ik alles hier in orde krijgen. Nadat we de eerste maanden bij Walter verbleven, verhuisden we in juni naar de oude pastorie in Zoersel. Ik woon er samen met mijn zoon. Ondertussen is ook mijn moeder aangekomen. En we verwachten ook mijn broer, die invalide is. Aangezien het een tijdelijke opvangwoning is, mogen we hier blijven tot maart. We zijn dus op zoek naar een woning om te huren. Hopelijk lukt dat met mijn inkomen. Via een interimkantoor vond ik in Zoersel werk in de Delhaize.  Momenteel krijg ik er weekcontracten, vanaf oktober waarschijnlijk een vast contract. Hoe lang dat contract zal lopen, zal afhangen van het tijdelijk beschermingsstatuut.”

Jane: “Het CAW kan helpen met het in orde maken van het huurcontract en het contact met de huisbaas. Maar we kunnen niet mee helpen zoeken naar een woning. Dat moet het gezin zelf doen.”

“Via chat houd ik m’n cliënten op de hoogte van praktische dingen, zoals wanneer feestdagen vallen en winkels en openbare diensten gesloten zijn en dat de bus hier soms te vroeg komt.”

Jane begeleidt momenteel een vijftiental mensen die vluchtten uit Oekraïne. Tussen de individuele gesprekken  door, houden ze contact via een WhatsAppgroep. Jane is een van de tientallen hulpverleners van CAW die in heel Vlaanderen en Brussel ondersteuning bieden aan Oekraïense vluchtelingen.

Jane: “Het is typisch voor mijn cliënten dat ze het verschil tussen het OCMW, de gemeente en andere diensten niet kennen. Ik helpt hen daarmee. Ik geef bijvoorbeeld infosessies in het oude politiecommissariaat van Zoersel, waar momenteel 22 vluchtelingen worden opgevangen. En ik ben beschikbaar voor individuele hulp waar nodig.”

Welke hulp hebben mensen uit Oekraïne zoal nodig naast het wegwijs maken in onze instanties?

Jane: “Via chat houd ik m’n cliënten op de hoogte van praktische dingen, zoals wanneer feestdagen vallen en winkels en openbare diensten gesloten zijn, wat het verschil is tussen rode en gele zegels van de mutualiteit, waar er taalcursussen georganiseerd worden en dat de bus hier soms te vroeg komt. Het zijn vaak kleine dingen waar ze veel aan hebben. Ik deel bijvoorbeeld ook voedingstips. Als Oekraïense die al twintig jaar in België woont, weet ik immers dat de Oekraïense keuken en de Belgische keuken verschillend zijn. Ik laat m’n cliënten weten waar de goedkope kwark te vinden is, om syrnyky [kwarkpannenkoekjes, nvdr] van te maken. Oekraïeners koken ook graag met boekweit. Dat kom je in België minder tegen. [lacht].”

Zijn er ook mensen die meer hulp nodig hebben dan deze praktische zaken?

Jane: “Ik heb een praatuurtje met één van m’n cliënten. Zij is een moeder van 33 die met twee kinderen naar België kwam en na enkele weken het bericht kreeg dat haar man, die militair was, was omgekomen. Ze moest de kinderen achterlaten om het moeilijk herkenbare lichaam van haar man te gaan identificeren en de begrafenis bij te wonen. Ze keerde in een verschrikkelijke toestand terug naar België. Een andere vrouw heeft een minderjarige zoon met kanker. Toen het ziekenhuis in Kiev werd gebombardeerd, moesten ze enkele dagen in de kelder verblijven. Ook met haar doe ik soms een praatuurtje.”

Hebben deze vrouwen professionele psychologische hulp nodig?

Jane: “Ik ben opgeleid als maatschappelijk werker, ik ben dus geen psycholoog of therapeut, maar het is belangrijk dat mensen over hun gevoelens kunnen praten in hun moedertaal. Momenteel volg ik de opleiding om Mind-Spring begeleider te worden [Mind-Spring is een psycho-educatief programma voor vluchtelingen en mensen met een migratieachtergrond, met het doel de veerkracht te verhogen en zo te helpen de toekomst aan te pakken, nvdr]. En we zijn op de hoogte van het aanbod van Solentra [psychologisch zorgaanbod voor vluchtelingen, nvdr], dus kunnen doorverwijzen indien nodig.”

“Soms botst het tussen Oekraïense mensen en hun gastgezinnen. Ik ben er dan om te verduidelijken, misverstanden op te lossen en opnieuw te verbinden.”

CAW biedt ook ondersteuning aan de sociale omgeving van vluchtelingen. Aan gastgezinnen, buddy’s en andere vrijwilligers dus. Heb je daar ervaring mee?

Jane: “Het komt voor dat de mentaliteit botst tussen Oekraïense mensen en hun gastgezinnen. Dan treed ik op als bemiddelaar. Ik spreek met beide partijen en breng hen samen. Zo kreeg ik onlangs een telefoontje van een gastheer die in conflict lag met de persoon die hij opvang bood. Zoals Belgen vaak doen, wilde hij zijn gast verwennen: hij maakte steak met frietjes voor haar en bakte het vlees saignant. Voor Belgen is dat chique, maar voor Oekraïners is dat rauw vlees. De gast verontschuldigde zich dat ze het vlees niet kon eten. Een ander voorbeeld is dat van een Belgisch gezin dat hun Oekraïense gast privacy wilde geven en dus nooit stoorde wanneer zij op haar kamer zat. De Oekraïense vrouw ervoer dit als desinteresse, dat ze niet met haar wilden praten. Andersom stelde het Belgische gezin het niet op prijs dat hun gast ongevraagd privévertrekken betrad. Vaak doen beide partijen hun best, maar is dat niet altijd duidelijk omdat gewoontes verschillen. De taalbarrière bemoeilijkt deze communicatie. Ik ben dan in staat om te verduidelijken, misverstanden op te lossen en opnieuw te verbinden.”

Interview: Christophe Bell
Beeld: Atilla Erdem