“Het enige wat ik moest doen, was de deur openen.”

Sarah (19) wandelde eerst een paar keren voorbij het JAC in Leuven, om vanop een afstandje te kijken hoe het ineen zat. Die maandagochtend durfde ze er eindelijk binnenstappen.  Het was de stap die alles in gang zette.

“Ik zat op mijn eerste jaar aan de unief en op kot. Het werd al vrij snel duidelijk dat de studierichting niet was wat ik wou doen. Tijdens de blok kreeg ik het heel moeilijk. Ik had geen energie meer en voelde me rot. Ik durfde het thuis niet te vertellen. Ik heb daar altijd gedaan alsof alles goed ging en ik de perfecte dochter was. Maar ik hield het niet meer vol.

Ik voelde me sowieso al langer niet goed in mijn vel. Maar tijdens dat eerste jaar unief ging het echt bergaf. Ik wist niet meer welke kant ik uit moest. En dat was de reden dat ik het JAC heb gecontacteerd.

Ik vond het heel moeilijk om die stap te zetten. In het middelbaar had ik al wel eens hulp gevraagd aan leerkrachten. Zij verwezen me door naar het CLB. Ze wou echt niet dat ze mijn ouders contacteerden, maar ze hebben het toch gedaan. Vanaf toen is mijn vertrouwen in hulpverlening gaan wankelen. Ik wou er niemand meer bij betrekken. Ik wou het alleen doen, niemand mocht het weten.

Eerst ben ik een aantal keer voorbij het JAC gelopen om te kijken hoe het eruit zag. En dan heb ik eens gemaild met iemand van het JAC. Op een dag wou ik weer voorbijwandelen, maar toen dacht ik “het enige wat ik nu moet doen, is de deur opendoen. Meer moet ik niet doen.” En ik stapte binnen.

Ik weet nog dat ik meteen een warm en vertrouwd gevoel kreeg toen ik in gesprek ging met Leen, een hulpverlener die mij verder zou begeleiden. De eerste keer heb ik op zich niet veel kunnen zeggen. Het was sowieso heel moeilijk om te achterhalen wat er was en wat ik nodig had. Ik stond verbaal niet sterk.

Maar bij het JAC kon ik rustig mijn verhaal kwijt. En dat zette dingen in gang.

In eerste instantie moest ik kunnen vertellen aan mijn ouders dat de studierichting niet ging. Daarna zijn we samen op zoek gegaan naar wat ik dan wel wou. Voor de rest spraken we over hoe de week geweest was. Dat was allemaal nog vrij praktisch. Uiteindelijk werd duidelijk dat ik meer psychische hulp nodig had. Dat toegeven vond ik heel moeilijk.

Ik had veel angsten. Er heerst nog steeds een groot taboe rond hulp zoeken voor psychische problemen. Mensen denken nog steeds dat je dan zot bent.

Ik heb ondertussen in de psychiatrie gezeten en ik heb gezien dat ik niet alleen ben. En ook hoe moeilijk iedereen het heeft om erover te praten. Maar ik heb ook gemerkt dat echt goede vrienden je niet laten vallen omdat je door zo’n moeilijke periode gaat. Ik denk dat het taboe bestaat omdat mensen zich schamen. Ze hebben het er zelf moeilijk mee of vinden het zelf lastig om te accepteren dat ze hulp nodig hebben.

Het JAC was voor mij een plek waar ik het gevoel had dat ik niet alleen stond. Onze wekelijkse afspraken hebben mij ook heel lang overeind gehouden. Ik probeerde toen gewoon te overleven: zorgen dat school bleef gaan en ik thuis kon blijven functioneren. Uiteindelijk is het JAC een schakel geweest om mij tot bij het CGG (centrum voor geestelijke gezondheidszorg) te brengen.

Het is jammer dat zo weinig jongeren de stap durven zetten. Er moeten acties worden ondernomen om duidelijk te maken dat psychologen er niet alleen zijn voor mensen die zogezegd gek zijn. Iedereen mag hulp zoeken. In het JAC kan je in alle vertrouwen je verhaal kwijt. Zonder dat iemand daarover oordeelt.  Er is hier altijd iemand die écht naar je luistert, die je probeert te begrijpen. Die niet opgeeft met zoeken naar wat je nodig hebt, hoe moeilijk je het ook hebt het onder woorden te brengen. Dat is veel waard.”

 

Liefst 4 op de 10 jongeren voelt zich langdurig slecht. Dat merken we ook binnen onze hulpverlening. Elk jaar kloppen meer dan 1000 jongeren aan de deur van het JAC. Vaak met relationele, persoonlijke of psychische vragen of problemen. Het merendeel van die vragen had betrekking op het zich niet goed in hun vel voelen, een moeilijke thuissituatie of alleen gaan wonen.