Ambulante woonbegeleiding: werkt het?

Een van de taken van het CAW is kwetsbare mensen helpen om hun woonst te behouden. Daarbij proberen de medewerkers onder andere om een uithuiszetting te vermijden. Over de preventie daarvan is al onderzoek gebeurd: bij 39% van de cliënten ontstond een steviger sociaal netwerk.

Maar ook bij minder acute situaties kunnen woonbegeleiders een belangrijke rol spelen om mensen hun woning te laten houden. Dat is niet alleen een geldkwestie, het gaat ook over hulp om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Over de impact daarvan is nog weinig onderzoek gebeurd. Dat verandert in de komende jaren.

Impactmeting

Zo’n woonbegeleiding is een behoorlijk arbeidsintensieve bezigheid: de begeleiders gaan immers wekelijks bij de mensen op bezoek om de noden na te gaan en om daarna de evolutie op te volgen. De vraag is dan: is het sop de kool waard? En zo ja, wat kunnen we leren uit de werking tot nu?

Drie zaken staan voorop: stijgen de woonvaardigheden, verhoogt de levenskwaliteit en is er een stabiel netwerk?

Bart Dewaele is themaverantwoordelijke dak- en thuisloosheid, en staat mee aan de wieg van dit onderzoek. ‘We gaan in dit onderzoek op drie momenten zowel de woonbegeleiders als de cliënten bevragen. Daardoor krijgen we niet alleen een beeld van hoe beide partijen tegen de situatie aankijken, maar ook wat de evolutie is tijdens de begeleiding. Daarin staan drie zaken voorop: stijgen de woonvaardigheden, verhoogt de levenskwaliteit en is er een stabiel netwerk? Als je de verschillende ervaringen naast elkaar legt, kan je de wortels van het woonprobleem vastleggen, aantonen welke handelingen tot een succes leiden en welke effecten je daarmee bekomt.

De vragenlijsten die we gaan gebruiken, werden door de onderzoekers én de woonbegeleiders samengesteld. Dat was een heel boeiende samenwerking. Onderzoekers vertrekken namelijk vanuit theoretische kaders terwijl de woonbegeleiders de realiteit in het werkveld ervaren.

Belangrijk is dat de registratie van de situatie tot concrete resultaten moet leiden. Het is niet registreren om te registreren, maar een methode om te bepalen op welke domeinen we effect sorteren. Gaan mensen gezonder leven? Wat is het effect op hun netwerk?

Ik denk dat het ook belangrijke informatie voor de beleidsmakers kan leveren. Aan het eind van het onderzoek zou duidelijk moeten zijn wat we doen, hoe we het doen en wat de resultaten en effecten zijn, zwart op wit.

In eerste instantie was het de bedoeling het onderzoek, dat onder leiding van het steunpunt Mens en Samenleving vorm kreeg, in Antwerpen en de Vlaamse Ardennen uit te voeren. Maar er kwam ook veel interesse van andere CAW’s in Vlaanderen waardoor we binnenkort met meerdere collega’s een jaar lang onderzoek zullen voeren. Binnen anderhalf jaar hebben we dan resultaten.’

Dit artikel verscheen in Magis

Dit artikel verscheen ook in Magis, het magazine van CAW Oost-Vlaanderen (jaargang 10, nr. 1, jan-feb-maa 2023). Blijf op de hoogte: schrijf je in en ontvang Magis in je brievenbus of digitaal.