Dak- en thuisloostellingen

Over dak- en thuislozen bestaan er heel wat misverstanden, onder meer over hoeveel mensen zich in die situatie bevinden. Om daar duidelijkheid over te krijgen heeft een heel ruime groep van organisaties en instituten — het CAW, maar ook bijvoorbeeld de politie of diensten voor thuiszorg — besloten om samen een wetenschappelijk onderbouwde telling van de dak- en thuisloosheid in het Waasland uit te voeren. De Koning Boudewijnstichting ondersteunt het onderzoek en de onderzoeksgroep LUCAS van de KU Leuven zorgt voor een professionele, wetenschappelijke begeleiding. Johan De Veylder en Peter Hennebel, beide werkzaam bij het Woonbegeleidingsteam Sint-Niklaas, hebben meegewerkt aan de telling.

Fout beeld

Johan: ‘In de voorbije twee jaren zijn er al tellingen geweest, maar dat was meestal in steden als Leuven, Gent, Aarlen en Luik. Er was ook een telling in Zuid-West-Vlaanderen (n.v.d.r.: zie cijfergegevens onderaan dit interview). We willen nu te weten komen of de situatie hier gelijkaardig is. Maar één ding is alvast zeker: het probleem wordt onderschat.’

Peter: ‘Het traditioneel beeld is dat van een oudere man die op straat slaapt. Die de hele dag rondhangt en ’s avonds in zijn slaapzak kruipt. Maar eigenlijk gaat het om een veel grotere groep. Probeer maar als alleenstaande een appartement of een huis te huren: je moet al een bedreven financiële goochelaar zijn om dat in orde te krijgen.’

Johan: ‘Ik vind het echt choquerend als je ziet hoeveel minderjarigen en mama’s met kinderen geen thuis hebben. ‘

Peter: ‘En hoe komt dat? Sommigen zijn uit hun huis gezet, anderen staan al jaren op een wachtlijst voor een sociale woningen, en nog anderen geraken gewoonweg niet op zo’n wachtlijst. Zo zijn er nog talloze andere redenen waar die persoon eigenlijk zelf niks aan kan doen.’

Tellen

Johan: ‘We weten niet met hoeveel ze precies zijn, het is altijd een schatting. Daarom werken we nu samen met het OCMW, de gevangenissen, de politie, het gerecht en nog een rist andere organisaties om eindelijk duidelijkheid te krijgen.’

Peter: ‘We maken afspraken met elkaar: wie gaat welke mensen tellen en hoe kunnen we dubbeltellingen er achteraf uit filteren. Bij mensen die in de opvang van daklozen werken is het werk nog eenvoudig: die tellen gewoon iedereen die daar verblijft. Bij anderen is het niet zo eenvoudig. De NMBS en De Lijn werken ook mee: die gaan dan na wie in een station of bushalte verblijven overnachten.’

Johan: ‘Om de privacy te beschermen, werken we met de initialen en leeftijd van een bepaald iemand. Tegen maart 2023 zouden we de resultaten moeten hebben.’

Peter: ‘Maar ondertussen weten we wel dat het probleem veel groter is dan de meeste mensen denken. En daar bovenop: het kan iedereen overkomen.
Daarom is het zo belangrijk dat we het probleem regelmatig in de spotlight zetten. We moeten dat vereenvoudigd beeld bestrijden, we moeten duidelijk maken dat het een complex probleem is én nu vooral dat het een groeiend probleem is.’

Wat de telling in Zuid-West-Vlaanderen ons geleerd heeft

In 2021 werd de telling in de gemeenten rond Kortrijk, Wevelgem, Avelgem, Kuurne en Wervik afgerond. De cijfers hebben dus betrekking op meer landelijke gemeenten.

  • 1 op de 2 is alleenstaand zonder kinderen
  • 1 op de 4 is alleenstaand met kinderen
  • 2 op de 3 is man
  • 1 op de 3 is vrouw
  • 6 op de 10 heeft de Belgische nationaliteit
  • 1 op de 4 heeft een tijdelijk verblijfsrecht
  • 17 % verblijft onwettelijk in het land
  • 15 % heeft een verleden in de psychiatrie
  • 11 % heeft een verleden in de jeugdhulp
  • 14 % heeft een verleden in de gevangenis

Dit artikel verscheen in Magis

Dit artikel verscheen ook in Magis, het magazine van CAW Oost-Vlaanderen (jaargang 9, nr. 4, okt-nov-dec 2022). Blijf op de hoogte: schrijf je in en ontvang Magis in je brievenbus of digitaal.