Het gaat niet alleen maar over boosheid en frustraties tussen ex-partners. Er zit veel positiefs in de Bezoekruimte.

Hij deed zijn stage in de bezoekruimte tijdens zijn studies maatschappelijk werk en is er, buiten een verblijf in het buitenland, niet meer weg gegaan. Floris Van Brabandt is 34 en combineert 2 jobs als hulpverlener bij CAW: ouderschapsbegeleiding en de Bezoekruimte.

“In de Bezoekruimte werken we aan contactherstel tussen ouders en kind na een contractbreuk. Vaak gaat het om een conflictscheiding en weigeren kinderen om nog naar een ouder te gaan, vanuit een loyaliteitsconflict. Maar het kan ook dat het contact verbroken werd omwille van een problematiek, zoals een verslaving of een psychiatrische aandoening. Wij organiseren dan bezoekmomenten tussen ouder en kind en begeleiden ouders rond constructief ouderschap, om uiteindelijk te komen tot een zelfstandige omgangsregeling.”

Is de Bezoekruimte een opgelegde maatregel?

“Vaak gaat het om situaties met hoog conflict, waar er minder bereidwilligheid is om samen in een hulpverleningstraject te stappen. In de praktijk komen ouders vooral via de rechtbank naar ons. Dan kan de familierechtbank zijn, als mensen een omgangsregeling vragen of de jeugdrechtbank, omwille van verontrusting. Het gebeurt zelden dat mensen vrijwillig de stap zetten, maar in principe kan het wel.”

Hoe komen mensen bij jou terecht?

“Na een vonnis van de rechtbank moeten ze zich binnen de 6 weken aanmelden. Sommige mensen doen dat heel snel, ze zijn gemotiveerd en willen zo snel mogelijk starten. Anderen wachten langer. Vooral wanneer ze nog sterk in die strijd zitten, moeten we vaak wat meer aanklampend werken. We sturen de ouders twee keer een brief met de vraag om zich aan te melden. Gaan ze niet op ons aanbod in, dan laten we dat zo weten aan de rechtbank.”

Hoe verloopt het eerste moment? 

“We hebben altijd eerst een gesprek met beide ouders apart waarin we luisteren naar hun persoonlijke verhaal en bezorgdheden. We geven dan informatie over de bezoekruimte en wat ze precies kunnen verwachten. Via psycho-educatie proberen we hen handvaten en inzichten aan te reiken over ouderschap na scheiding, over loyaliteit, over hoe je de andere ouder ruimte kan geven en wat de impact van strijd is op kinderen en hoe ze hun kinderen kunnen ondersteunen.

Tijdens de bezoekmomenten zelf, proberen we er een fijn moment tussen ouder en kind van te maken. Kinderen geven vaak aan dat ze boos of verdrietig zijn en daar is zeker ruimte voor, maar tegelijk is het de bedoeling om op een ontspannen manier samen te zijn. Heel vaak komen kinderen hier met een grote rugzak en met heel wat ervaringen rond strijd en conflict, en dan is het voor hen vaak een hele opluchting om gewoon kind te kunnen zijn bij een ouder.”

“Vaak komen kinderen hier met een grote rugzak en met heel wat ervaringen rond strijd en conflict, en dan is het voor hen vaak een hele opluchting om gewoon kind te kunnen zijn bij een ouder.”

Wat gebeurt er daarna?

“We werken heel gefaseerd. In het begin is er een hulpverlener aanwezig die mee in gesprek gaat en ervoor zorgt dat het niet escaleert tot een ruzie of een ja-nee discussie. Als dat goed gaat, kan de begeleiding meer indirect. We nemen dan wat meer afstand en gaan eerder observeren. Daarna volgen de zelfstandige bezoeken in ons gebouw. Ouder en kind zitten in een apart lokaal en wij gaan regelmatig kijken of alles in orde is. In de stap daarna vindt de ontmoeting buiten het CAW plaats en zorgen wij enkel voor de overdracht van de kinderen en in de laatste stap komen ze niet meer naar hier, maar spreken ze zelf af waar ouder en kind elkaar kunnen zien. Onze rol is in het begin dus heel aanwezig en wordt steeds minder.”

Dat lijken me vaak heftige situaties.

“We hebben al twee gesprekken gehad voor het echte bezoek en alles wordt ook telkens goed voorbereid. Zo gaat een hulpverlener met de verblijfouder in gesprek, terwijl een andere hulpverlener dat met het kind doet. Toch blijft het voor alle partijen heel spannend. Soms duurt de contactbreuk al jaren of zijn er veel vragen: Hoe gaat de andere ouder zich gedragen? Hoe gaat mijn kind reageren? Ouders zitten met veel twijfels en bezorgdheden, en vanuit de strijd vaak ook met een heel vastgeroest beeld van de andere ouder.

Maar net door de focus te leggen op dat fijn en ongedwongen moment tussen ouder en kind en tegelijk met ouders te werken rond constructief ouderschap, geeft het mensen de ruimte om tot iets constructiefs te komen. Niet elk ouderkoppel slaagt daarin, maar ik tekende in de loop der jaren best wel wat mooie succesverhalen op.”

Zoals?

“Dat kan van alles zijn. Een kind dat samen met een ouder een spelletje speelt, een goed gesprek, maar soms kan het ook gaan over rust kunnen brengen in het systeem. Partijen die akkoord gaan om net wat afstand te nemen, ook dat kan heel mooi zijn. Of als je ziet dat de stress wegvalt bij de kinderen, of ouders die niet meer met elkaar willen communiceren, maar elkaar bij een overdracht toch al eens begroeten en wat informatie uitwisselen, zonder dat het escaleert. Het zit hem vaak in die kleine dingen.”

Een job die niet voor iedereen is weggelegd, denk ik dan.

“Het is inderdaad een job die je ligt of niet ligt, er is geen grijze zone. Je werkt met mensen in strijd, en die durven dat ook bij jou te leggen met klachten, verwijten, boosheid of schelden. Het zijn onderliggende emoties, die tonen hoe kwetsbaar mensen zich kunnen voelen en die soms op een heftige manier naar buiten komen. Want ik begrijp heel goed, dat je niet altijd op een respectvolle manier reageert als het over je kind gaat, je dierbaarste goed. Als hulpverlener moet je daar door kunnen kijken. Tegelijk maakt dat werken met kwetsbaarheid en met veel emoties deze job ook heel interessant. En de doelgroep is zeer gevarieerd. Het kan iedereen overkomen om in een hoog conflict scheiding terecht te komen. En elke dag is anders. Je hebt gesprekken met mensen, je ondersteunt de bezoekmomenten, je ziet verschillende mensen… het is een zeer gevarieerde job.”

Wat doe je zelf om afstand te nemen?

“We zijn een heel hecht en stabiel team en kunnen bij elkaar terecht. Het is belangrijk dat je kan ventileren en met humor over je ervaringen kan spreken. Als het nodig is zal ik sporten, in verbinding gaan met mijn partner en vrienden. Maar ik neem mijn werk sowieso niet mee naar huis.“

“Cliënten denken vaak dat de Bezoekruimte er enkel is voor mensen die in de gevangenis hebben gezeten of die feiten van seksueel misbruik hebben gepleegd. Dat is een grote misvatting.”

Zijn er foute veronderstellingen over de Bezoekruimte?

“Cliënten denken vaak dat de Bezoekruimte er enkel is voor mensen die in de gevangenis hebben gezeten of die feiten van seksueel misbruik hebben gepleegd. Dat is een grote misvatting en mensen starten daarom vaak met een zekere weerstand aan de begeleiding. De mensen waarmee we werken hebben nood aan verandering, aan constructief ouderschap en aan contact met hun kind, maar weten vaak niet hoe ze dat moeten aanpakken. Want bij de minste poging die ze zelf ondernemen, komen ze toch weer in een dynamiek van conflict en strijd terecht. Het is daarom belangrijk dat er zo’n laagdrempelig aanbod is.”

Hoe ga je om met oudervervreemding, de laatste jaren steeds vaker omschreven als een verstoorde ouder-kindrelatie?

“Dat is een delicaat thema, en ik heb alle respect voor mensen die ervaringsdeskundig zijn en er anders naar kijken dan wij dat doen. Wij stellen altijd voor om het te bekijken vanuit hoe jij ermee omgaat en wat jij nog in handen hebt om iets te doen. In plaats van zich te richten op wat de andere ouder fout doet, is het belangrijk om te kijken naar de behoeften van het kind en hoe ouders daaraan kunnen voldoen. Wij gebruiken heel vaak de metafoor van kinderen die met een zak van 25 kg naar ons komen, een gewicht van strijd en dingen die eigenlijk niet bij dat kind horen te liggen. Ouders hebben de keuze om bij te dragen aan het verlichten van die last door positief en ondersteunend te reageren, in plaats van het conflict te vergroten. Het succes ligt vaak in het vermogen van ouders om de andere ouder los te laten en te focussen op de behoeften van het kind, terwijl ze toch ruimte bieden aan de andere ouder in het leven van het kind. Hoe kan ik op een gepaste manier de andere ouder wel ruimte geven in het leven van dat kind, vanuit liefde voor mijn kind. Wij kijken er dus niet naar vanuit hulpeloosheid, maar vanuit wat je nog wel in handen hebt. Maar het is en blijft een complex thema.”

Welke tip zou je geven aan een nieuwe collega die start in de Bezoekruimte?

“Je moet meerzijdig partijdig kunnen zijn en blijven, dat is heel belangrijk. Hulpverleners kunnen soms vanuit empathie de neiging hebben om in een verhaal van een van de ouders mee te stappen, waarin de andere ouder heel negatief wordt afgeschilderd en alle schuld krijgt. Empathie is uiteraard belangrijk, maar je moet met evenveel empathie ook die andere ouder kunnen zien. Het heeft geen zin om te zoeken naar wie er de waarheid in pacht heeft. Je moet dus meerzijdig partijdig zijn en blijven. En mensen blijven respecteren in hun manier van ouder zijn, is ook essentieel. Ook al is dat een heel andere manier dan die jij als hulpverlener hebt.”

Krijg jij in je omgeving of vriendenkring zelf veel vragen rond heftige scheidingen?

“Mensen vertellen wel eens een persoonlijk verhaal, vaak omdat ze zelf als kind een scheiding hebben meegemaakt of in een loyaliteitsconflict zaten en als volwassene nog altijd een verzuurde relatie hebben met een van hun ouders. Ik zal dan wel eens wat psycho-educatie meegeven of een ander perspectief binnenbrengen, maar ik behoed me er wel voor om te veel te reageren als hulpverlener. Ik ben op dat moment vooral een kameraad.”

Wil je, net als Floris, een #CAWsterkmaker worden? We zijn steeds op zoek naar collega’s.

Heb je vragen rond ouderschap, relaties, scheiding? Contacteer een CAW in je buurt.