Kato is vrijwillig inslaper bij Halte 51

Van 29 februari tot 8 maart is het de Week van de Vrijwilliger. De hele week lang eren wij onze vrijwilligers en plaatsen we hun engagement in de schijnwerpers.
Vandaag: Kato

Kato is studente Criminologie en is sinds oktober aan de slag als vrijwilliger bij Halte 51, het jongerenopvanghuis van CAW Oost-Brabant. Halte 51 is een tussenstop voor jongeren tussen 18 en 25 jaar, die in een moeilijke situatie zijn terechtgekomen en geen thuis of onderdak hebben. Men zorgt voor opvang en begeleiding en streeft ernaar dat de jongere na het verblijf op eigen benen kan staan. “Ik werk er 1 avond en nacht in de week als inslaper. Ik zorg dat de taken die door de jongeren moeten gebeuren ook goed gebeuren. Sommige jongeren krijgen medicatie, ik kijk er op toe dat ze deze nemen. Maar het belangrijkste is dat ik er gewoon ‘ben’ voor de jongeren. Ik hou hen gezelschap: we spelen spelletjes, kijken televisie of praten wat. Ik probeer hen ook te helpen met praktische vragen, zoals bijvoorbeeld bij de zoektocht naar een eigen woning, dan bekijken we samen de advertenties.”

“Het belangrijkste is dat ik er gewoon ‘ben’ voor de jongeren.”

De broer van Kato werkt ook als vrijwilliger, in de Leuvense gevangenis. Zijn verhalen prikkelden haar om zich ook in te zetten voor het CAW. En zo is ze uiteindelijk terecht gekomen bij Halte. “Wat mij vooral aantrok, was dat de jongeren die hier opgevangen worden allemaal ongeveer dezelfde leeftijd hebben als ik. Dat vind ik een grote meerwaarde. Als jongere kan ik de problemen die zij ondervinden herkennen. Ik voel dat mij dat enorm motiveert om hen te overtuigen hun toekomst op vlak van school of werk terug in handen te nemen. Ook help ik hen om ‘gezond’ te koken. Soms stel ik het menu met hen samen en doe ik suggesties om meer groenten op hun bord te krijgen. Niet dat mijn kookkunsten geweldig zijn. Ik ben ook ‘maar’ een student…”

Wat drijft Kato om elke week een avond en nacht samen met kwetsbare jongeren door te brengen? “Ik vind het heel… spannend. Op een examen krijg ik soms ook bepaalde casussen waar je dan moet neerschrijven hoe je daarop zou reageren. Je hebt dan tijd om na te denken. In de praktijk heb je dat natuurlijk niet, en dat is iets wat ik hier ook heb ondervonden. Je krijgt een grote verantwoordelijkheid om ten alle tijde gepast te reageren en te handelen. Dus ik vind het elke keer weer spannend omdat je niet weet wat je te wachten staat, welke problemen of vragen er zullen gesteld worden, hoe de situatie zal zijn en hoe ik hier dan best op zal kunnen reageren. Gelukkig heb ik nog geen grote problemen ondervonden en kan ik ook altijd terecht bij de hulpverleners van het CAW voor feedback.”

“Ik vind het spannend omdat je niet weet wat je te wachten staat, welke problemen of vragen er zullen gesteld worden, hoe de situatie zal zijn en hoe ik hier dan best op zal kunnen reageren.”

Kato is tijdens haar vrijwilligerswerk vooral een luisterend oor: “Het is confronterend hoe diep deze jongeren kunnen zitten. Soms lijkt hun situatie echt uitzichtloos. Daarom probeer ik altijd positief te blijven. En te luisteren. Dat is heel belangrijk voor hen, iemand waar ze hun verhaal aan kwijt kunnen. Die verhalen doen mij echt soms slikken. Ze doen me beseffen hoe goed ik het zelf heb. Ik merk dat ik er ook persoonlijk heel veel uit leer. Ik kan sneller zaken los laten en mij optrekken aan het positieve. Dat is nodig om dit werk te kunnen doen. En dat zal mij later ook helpen omdat ik echt wel iets wil doen in de sociale sector.”

“Ik probeer altijd positief te blijven. En te luisteren naar wat de jongeren te vertellen hebben.”

Kato raadt ook andere studenten aan om wat van hun vrije tijd te investeren in anderen te helpen. Maar dat is niet zo makkelijk: “De meesten hebben schrik van het onbekende en vinden het een te grote stap. Weinig van mijn vrienden zien het zitten om een avond en nacht op te offeren. Ze willen liever dat ik met hen op stap ga. Maar wat is nu 1 dag in de week? Wanneer je weet dat wat je doet véél belangrijker is dan op café gaan, wat je trouwens de andere zes dagen nog steeds kunt doen. Dus ik kan het alleen maar aanbevelen om dit vrijwilligerswerk een kans te geven, en om zelf te ondervinden wat ze kunnen betekenen voor een ander, dan zullen ze wel begrijpen wat ik bedoel…”

“Wat je hier doet als vrijwilliger vind ik veel belangrijker dan op café gaan.”