"Eigenlijk zou elke politicus zo’n tour moeten krijgen. Het effect zou groot zijn: meer verbinding, meer solidariteit."

Hij kende Wouter Torfs als ondernemer, maar enkel van kranten en televisie. Een sympathieke verkoper, dat was zijn idee. De overstap van Wouter Torfs naar CAW deed de wenkbrauwen fronsen bij Nico Bogaerts van Sociaal.Net.

Was hij de man op de juiste plaats? Kan hij de unieke positie van de CAW’s waarborgen? Of was dit de voorbode van nog meer vermarkting? Er was een eenvoudige manier om op die vragen een antwoord te krijgen: mee op pad gaan met Wouter tijdens een van zijn bezoeken aan CAW.

We plaatsen met toestemming van de auteur een deel van het artikel, het volledige artikel kan je lezen op Sociaal.Net.

Een maandagochtend in september, zonnig, warm. Met de trein spoor ik naar Turnhout, hoofdstad van de Kempen. Vlak bij het station word ik verwacht. Daar ligt de Welzijnscampus van CAW De Kempen en het OCMW Turnhout. Een groot en ook chic gebouw. “Welzijnswerk moet niet sjofel zijn”, zal Wouter Torfs later zeggen.

Wouter Torfs was jarenlang CEO en uithangbord van winkelketen Schoenen Torfs. Eind 2022 gaf hij die verantwoordelijkheid door. Het drukke ondernemersleven maakte plaats voor druk vrijwilligerswerk. Hij is nu voorzitter van alle Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) in Vlaanderen en Brussel. Voor dit vrijwilligersmandaat engageert hij zich naar eigen zeggen anderhalve dag per week.

Als ‘grote baas’ van de CAW’s brengt Torfs een werkbezoek aan CAW De Kempen. Sociaal.Net kreeg de kans hem een dag te volgen.

Naar de hulpverleners

Wouter Torfs is enthousiast. Iedereen die hij ziet en ontmoet krijgt een hand. Hij slaat niemand over en stelt veel vragen. Hij is gul met complimenten en dankt iedereen voor het harde werk en het engagement. “Jullie maken de wereld beter”. En hij meent dat ook.

‘Overal waar we passeren voelen we sympathie.’

Dat enthousiasme is trouwens wederkerig. Overal – tot in de trappenhal toe – voelen we sympathie. Iedereen is blij met het bezoek van de bekende ondernemer. Het is een blijk van waardering voor een job die nog te vaak onzichtbaar blijft. “Ik wil mensen schouderklopjes geven. Het is heel straf wat CAW-medewerkers doen”, benadrukt hij meermaals. Het is duidelijk dat dit geapprecieerd wordt.

Het valt ook op dat alle hulpverleners die hij spreekt positief zijn: “Wij doen ons werk graag”. Hier geen gezeur over te veel registratie. Geen woord over werkdruk, wachtlijsten of ontoegankelijkheid van andere diensten. Ik werd er enthousiast van, Wouter Torfs ook.

Niet alles is peis en vree

Hebben we dan wel het echte CAW gezien en gehoord? Ik hoor het je vragen. Wel, ja. Het enthousiasme en het geloof in eigen kunnen is groot bij medewerkers van CAW De Kempen. Terecht trouwens.

‘Ook in de Kempen merken ze meer hulpvragen van alleenstaande mama’s, jongvolwassenen en mensen zonder wettig verblijf.’

Maar natuurlijk is niet alles peis en vree. Ook in de Kempen merken ze meer hulpvragen van alleenstaande mama’s, jongvolwassenen en mensen zonder wettig verblijf. Ook hier is er een wooncrisis en kampen meer mensen met een verslaving.

Maar de job van hulpverlener hou je alleen vol als je positief bent ingesteld. Als je je kan optrekken aan de kleine stappen vooruit van iemand of aan de grote succesverhalen die er ook zijn. Tijdens ons bezoek hebben hulpverleners en cliënten een aantal van die successen gebracht. Situaties waar hulpverleners voor en samen met mensen het verschil maken.

Inloopcentrum

We stappen het inloopcentrum binnen. Er zijn op deze late voormiddag een vijftiental mannen en vrouwen aanwezig waaronder enkele vrijwilligers en coördinator Nansie. Er is veel animo wanneer Wouter iedereen groet.

‘Er staan te weinig mensen op de barricaden.’

Nansie vertelt snel en kordaat over hoe belangrijk deze thuishaven is voor veel mensen. Je kan hier douchen, je was doen of de krant lezen met een kop koffie. In deze grote woonkamer, gelukkig is er met dit warme weer een terras en tuin, passeren soms tot zeventig gasten per dag. Het zijn vaak mensen die dakloos zijn of ooit dakloos waren. De meesten leven nog altijd in armoede. Sommige kampen met een verslaving of psychische problemen.

Coördinator Nansie runt al dertien jaar dit inloophuis met een groot hart. Haar achtergrond als ervaringswerker in de armoede steekt ze niet weg. Spontaan vertelt ze tegen Wouter over een van haar successen. Het verhaal van een man die vaak langskwam maar nooit een woord zei. Zij liet hem doen, hopend dat hij vroeg of laat contact zou zoeken. Als de tijd rijp was. En zo geschiedde, na meer dan een jaar sprak hij haar uiteindelijk toch aan.

Als we vertrekken zegt Nansie nog snel: “Er komen hier steeds meer jongeren van 18 en 19 jaar over de vloer. Schulden, verslaving, ruzie thuis. Zij kunnen zo goed als nergens terecht. Er staan te weinig mensen op de barricaden voor deze groepen.” Gelijk heeft ze.

Het volledige artikel is te lezen op Sociaal.Net

Tekst: Nico Bogaerts
Beeld: ID / Rhode Van Elsen