Twijfelen en de dingen in vraag stellen, dat is de essentie van ouder zijn

‘Doe ik het wel goed?’ Het moet een van de meest gestelde vragen zijn die we van ouders krijgen. Ouders kunnen bij ons terecht met vragen en problemen rond relatie en gezin, opvoeding, ouderschap, maar ook bij een scheiding of als ze het contact met hun kind willen herstellen. ‘Relaties en persoonlijke problemen’ vormen een belangrijk aanbod binnen een CAW. Daarnaast raakt ouderschap ook aan onze andere domeinen: hoe neem je je ouderschap op als je dakloos bent? Wat als je in de gevangenis zit? Hoe ga je als asielzoeker om met ouder zijn? Een gesprek met Sofie Vanobberghen van CAW Brussel en Rebekka Wauters van CAW De Kempen.

Sofie is teamondersteuner en hulpverlener bij het team Bezoekruimte en het Scheidings- en bemiddelingsteam, Rebekka is teamverantwoordelijke van het Team gezin, relaties en persoonlijke problemen.

Rebekka: “Er ligt veel druk op ouderschap. Zodra je ouder wordt, kijkt iedereen naar jou. Je krijgt ongevraagd advies, er wordt vergeleken. Zeggen dat je ouderschap niet evident vindt, dat je twijfelt, is bijna een taboe. Herinner je de uitspraak van Siska Schoeters over haar kinderen? Zij kreeg daar veel negatieve reacties op, terwijl ouders zich daar zeker ook in herkenden. Wat milder kijken naar ouderschap en wat zachter zijn voor elkaar, daar kunnen we als maatschappij nog stappen in zetten. Dat aan een ouder duidelijk maken is al de helft van je werk.Omdat er zo veel onzichtbare stigma is, vind ik het één van de mooiste thema’s binnen de hulpverlening.”

Vragen durven stellen is een eerste stap

Sofie: Doe ik het wel goed? Had ik anders kunnen reageren? Waarom twijfel ik?’ Elke ouder zit met die vragen. Zeker in een scheiding is er constant die druk om het goed te doen, want de andere kant kijkt mee, instanties kijken soms mee. De stap naar hulpverlening zetten is niet altijd makkelijk, net omwille van dat stigma; als ouder word je geacht het sowieso goed te doen. Een CAW is laagdrempelig en bereikbaar en we bekrachtigen ouders als ze die stap zetten. Vragen durven stellen bij je ouderschap betekent net dat je er bewust mee bezig bent.”

Rebekka: Ouders komen vaak bij ons met een enorme bagage aan schuldgevoelens. Het eerste wat wij dan doen is die ouder echt in zijn ouderrol zetten. Als je dan vraagt of hun kind zijn kleren zelf heeft aangedaan of wat het die ochtend heeft gegeten, geef je erkenning aan kleine dingen. Dat is ontzettend belangrijk. Want als je honderd dingen goed doet op een dag en twee fout, blijven die twee fouten hangen.”

Een ouder blijft expert

Sofie: Dat zeggen wij steeds in onze gesprekken: voor ons ben jij de expert, wij zijn er om te ondersteunen, en kunnen samen kijken naar oplossingen, maar aan het einde van de rit blijf jij wel de ouder. Wij zijn er niet om te oordelen over hoe jij dat doet en welke keuzes je maakt.” 

Rebekka: We werken integraal. Scheiding bijvoorbeeld zorgt voor een breuk tussen partners, maar niet tussen ouders en kind. Je relatie stopt, maar ouderschap niet. Als we dan één van de ouders zien, brengen we meteen het hele netwerk in kaart; de andere ouder, de kinderen, de omgeving … Op wie kunnen mensen rekenen? Zijn ze bij een vereniging? Hebben ze een job? We gaan met ouders aan de slag, maar vergeten het grotere plaatje niet. Wie zit er allemaal rond dat gezin en heeft een positieve of negatieve invloed? Wie kan van betekenis zijn? Dat is onze insteek als eerstelijnsorganisatie.”

Erkennen en normaliseren

Sofie: We normaliseren ook. Kinderen hebben een stem, een mening en gevoelens. Dat is zeer belangrijk. Maar aan de andere kant zijn kinderen soms ook gewoon kinderen. Niet elk probleem van een kind is gelinkt aan een scheiding of aan de relatie met een van de ouders. Het is normaal dat zij op een bepaald moment in hun ontwikkeling dingen willen testen en uitzoeken. We zeggen dan dat het normaal is, dat andere ouders dat ook meemaken. En dan bekijken we op welke manier ze daarmee kunnen omgaan.” 

“Er ligt veel druk op ouderschap. Zodra je ouder wordt, kijkt iedereen naar jou. Je krijgt ongevraagd advies, er wordt vergeleken.” 

Rebekka: Rond verblijfsco-ouderschap krijgen we vaak die vragen: Is een 50-50 regeling beter? Wat doe ik best? Maar dat zijn eigenlijk vragen die je altijd terug moet stellen aan de ouders: Wat voor kinderen heb jij? Is er een verschil tussen kinderen? Wat voor gewoontes hebben ze? Hebben ze hobby’s en wat voor relatie hebben ze met beide ouders? Dat zijn vragen die je stelt waarmee je die ouders in hun rol zet.”

Sofie: Mensen kunnen vaak verhard zijn in een conflict of in een situatie. Maar van zodra dat je een paar gewone vragen stelt, of je begint over de kinderen, dan zie je hen verzachten. Die ogen beginnen terug te blinken, het conflict gaat wat naar de achtergrond. Dat is heel mooi om te zien. Erkennen en normaliseren bevordert zo ook de communicatie.”

Los het zelf op!

Rebekka:  “Ik heb daar een mooi voorbeeld van. Ik had twee ouders in bemiddeling. Ze gingen beiden een gsm voor hun dochter kopen en elk moest dan de helft betalen. Er was tijdens die sessies constant ruzie over die gsm. Tot die dochter, tot dan eerder schuchter, zei: “Jullie kunnen allebei de pot op. Ik neem ze alle twee en verkoop er eentje.” Los het zelf op, was haar boodschap. Op een bepaalde manier gaf haar reactie weer zuurstof aan dat gesprek tussen beide ouders. En die ouders vonden dat lastig, maar ook wel bevrijdend.”

Sofie: “Dat is het mooie van het werk dat we doen. Dat we als hulpverlener de tijd nemen om te luisteren, om stappen te zetten. Je probeert te achterhalen waarom bepaalde dingen gebeuren. Achter kwaadheid kunnen bepaalde behoeftes zitten. Ik vind dat altijd heel waardevolle gesprekken. Je kan ook samen met ouders hun rechten verkennen, zoeken naar onderliggende factoren of stressproblemen, zoals huisvesting of financiële problemen. En je kan dan samen met die ouders aanmelden of doorverwijzen. Je maakt bepaalde stappen kleiner voor hen.”

Rebekka: “Als hulpverlener moeten we blijven zien welke mogelijke impact we op ouders hebben, rekening houdend met hun context. Je oordeelt sowieso als een ouder binnenstapt; je bent zelf kind van een ouders of je bent er zelf een, dus je hebt altijd wel ervaring met opvoeden. Een ouder die op zijn manier gezonde voeding geeft, niet met een stuk fruit maar met een fruitdrankje, is misschien minder gezond bezig, maar probeert wel zijn best te doen.” 

Twijfel toelaten

Sofie: “Dat maakt dat we aan ouders heel vaak vragen: ‘Hoe is dat nu voor jou?’ Scholen, instanties, organisaties hebben allemaal hun eigen regeltjes en gedachtegoed, die verschillen van de normen en waarden van de ouders. Dat moet niet evident zijn. We zeggen vaak dat wij de waarheid ook niet in pacht hebben of we proberen via humor inzicht te geven. Bijvoorbeeld als ouders verwachten dat hun ex-partner gaat veranderen, terwijl dat tijdens hun relatie ook niet gelukt is, dan durven we daar wel eens een grapje over maken. We planten zaadjes om dingen te doen bewegen.” 

Rebekka: “Ouders die een beweging maken, dat vind ik altijd heel straf. Ze doen zich tijdens een begeleiding voor als het ideale gezin en zeggen dan plots dat ze twijfelen en laten die twijfel ook toe. Dat is zo een mooie beweging. In vraag stellen is de essentie van ouder zijn.”

Interview: Annik Verheyen