Praat erover
Getuigenis

Christiane verloor iedereen rond haar

Ik ben Christiane, ik ben 59 jaar. Mijn leven staat in het teken van verlies. Ik kom uit een streng conservatief katholiek gezin en verloor definitief de liefde van mijn ouders en familie toen ik ervoor koos te huwen met een vrijzinnige man.

Alleen een jongere zus en mijn lievelingsbroer zijn me blijven steunen. Het noodlot wil dat ik ook hen verloren ben, ze zijn allebei te jong overleden. Mijn zusje was amper 32 jaar toen een uitgezaaide kanker haar wegmaaide. En mijn broer, een kloosterling met een open geest, overleed twee jaar geleden door een ongeval. Kort daarvoor had mijn echtgenoot me ook in de steek gelaten.

“Ik heb mijn eiland van verdriet verlaten”

Ik voelde me als aangespoeld wrakhout op een eiland van verdriet. Ik dacht dat ik dat eiland nooit meer zou verlaten. Uiteindelijk zocht ik hulp bij het CAW en daar voelde ik me meteen welkom. Ik kwam terecht bij een hulpverlener met een therapeutische opleiding. Met veel geduld en tijd heeft ze gaandeweg de poort naar een nieuw leven voor me geopend. Aanvankelijk wou ik niet door die poort stappen, ik zag ze niet eens. Ik zag en voelde alleen mijn ellende, mijn verdriet en mijn schuldgevoelens. Want als ik zo dikwijls in de steek gelaten werd, dan moest dat toch mijn schuld zijn? Mijn hulpverlener oordeelde niet, laat staan dat ze veroordeelde. ‘Oordelen is het verbreken van verbinding,’ was een van haar favoriete uitspraken. Ze was mild waar het kon en confronterend waar het moest. Met die mildheid wist ik geen raad. Mijn identiteit was immers op schuld gebouwd.

“Ik voelde me leeg en was ook razend, al wist ik niet op wie ik mijn razernij moest richten.”

De dood van mijn broer, die zo’n beetje mijn mentor was, had me compleet stuurloos gemaakt. Ik voelde me leeg en was ook razend, al wist ik niet op wie ik mijn razernij moest richten. Dus richtte ik die maar op mezelf. Of op mijn ex, die mij had laten vallen als een baksteen. Ik wenste hem dingen toe die niet bepaald katholiek zijn.

Mijn rouwproces dreigde in een depressie te veranderen. Maar dankzij de aanpak van het CAW heb ik gaandeweg contact gekregen met mijn verdrongen woede en heb ik mijn eeuwige schuldgevoelens leren relativeren. De humor van mijn hulpverlener heeft me daarbij veel geholpen, ze is niet zo’n type dat krampachtig voor je zorgt. Ze gaf me de gelegenheid om mijn verdriet te verwerken. Verdriet en rouw zijn niet ziekelijk, ze hoeven niet per se na een aantal maanden te verdwijnen. Misschien verdwijnt echt verdriet nooit helemaal. Het wordt wel gaandeweg milder, er komt een litteken op de open wonde.